Als een planetoïde voor een ster langs beweegt, zal op bepaalde plaatsen op
Aarde de ster kortstondig verduisterd worden. De afbeelding geeft het principe
weer, de verhoudingen in grootte en afstand kloppen natuurlijk niet.
Vastleggen.
Een sterbedekking door een planetoïde duurt maar kort, enkele tienden van een
seconde tot meestal niet meer dan een halve minuut. De bedekking wordt
opgenomen met een speciale camera, zodat later alles nauwkeurig uitgemeten
kan worden. De opname start enkele minuten voor de voorspelde bedekking, en
stopt enkele minuten na de bedekking. Deze extra tijd wordt opgenomen om
twee redenen:
1. De voorspelling kan behoorlijk afwijken van wat er werkelijk gebeurd, soms
meer dan een minuut.
2. In de laatste jaren wordt steeds duidelijker dat planetoïden vaak maantjes
hebben, of zelf dubbel zijn (binair). Een eventuele maan of compagnon zou
enige tijd voor of na de bedekking door de planetoïde ook voor de ster langs
kunnen trekken.
Samenwerken.
Je kunt als enigste waarnemer op Aarde een sterbedekking waarnemen. Echter
wanneer je een voorspelde sterbedekking niet ziet gebeuren, weet je wel waar
de planetoïde niet was, nl voor de ster langs, maar niet waar hij wel was,
bijvoorbeeld erboven langs of eronder langs. Daarom heeft het samenwerken
met andere waarnemers op Aarde een behoorlijk toegevoegde waarde, en het is
ook leuker
In Nederland zijn een kleine tien planetoïden waarnemers actief, in Europa zo’n
vijftig, en over de gehele wereld een paar honderd.
Waarnemen van een sterbedekking door een planetoïde.
Door zo nauwkeurig mogelijk de tijd te meten waarop de planetoïde eventueel
voor de ster langs gaat, is het mogelijk de positie met een nauwkeurigheid van
enkele miliboogseconden vast te stellen met een tijdbepaling, welke ook
nauwkeurig is binnen enkele honderdsten tot tienden van een seconde.
Voor de tijdstippen wordt het verdwijnen van de ster achter de planetoïde en het
even later weer tevoorschijn komen van de ster achter de planetoïde gebruikt.
Is de daadwerkelijke bedekking iets eerder dan voorspeld, dan loopt de
planetoïde iets voor in zijn baan. Komt de bedekking wat later. dan loopt hij iets
achter in de vooraf berekende baan.
Meestal is de ster veel helderder dan de planetoïde. Op het moment dat de
planetoïde voor de ster langs gaat, is de ster even niet meer zichtbaar en gaat
hij voor korte tijd schijnbaar uit.
Soms is de planetoïde even helder of zelfs helderder dan de ster. Dan is een
eventuele sterbedekking nog steeds te detecteren.
Korte tijd voor en na de bedekking, zien we de planetoïde en ster als één
lichtpuntje. De helderheid is dan de som van beide afzonderlijke helderheden. Als
de ster bedekt wordt, neemt de totale helderheid toch iets af.
Bedekking.
Of een bedekking inderdaad plaats vindt, is van te voren nooit met zekerheid te
voorspellen; de baan van de planetoïde is immers niet heel precies bekend. Wel
wordt er een waarschijnlijkheids berekening gedaan voor de kans op een
bedekking voor alle plaatsen op Aarde welke een kans maken. Het schaduwpad
van de ster geeft dan de zone aan met de hoogste kans op een bedekking.
De kans op een bedekking is het grootst als de waarnemer in het midden van het
berekende schaduwpad zit, de baan van de planetoïde redelijk goed bekend is,
en het een grote planetoïde betreft. Een grotere planetoïde geeft een grotere
sterschaduw op Aarde.
De Planetoïde (9466) Tisiphone beweegt voor de sterren langs in het
sterrenbeeld Andromeda. Tisiphone is drie keer vastgelegd, steeds met een
tussenruimte van een uur. Om een indruk te geven, de opname is 12
boogminuten hoog, dat is 2,5 keer zo klein als de Maan die 30 boogminuten
groot is. Elk uur beweegt Tisiphone 18 boogseconden langs de hemel.
Een sterbedekking door een planetoïde.
Soms gaat een planetoïde voor een ster langs. Omdat we de posities van de
meeste sterren goed kennen is dat een kans om ook de positie van de planetoïde
zeer nauwkeurig te kunnen meten.
Een planetoïde is vanaf de Aarde gezien ook erg klein, maar schijnbaar wel groter
in diameter dan een ster.
Een planetoïde kan precies in zijn berekende baan zitten, maar ook iets links of
rechts daarvan. Dat is op te maken uit het feit of hij precies voor de ster
langsgaat, met de rand, of helemaal niet, en er dus net langs gaat. In dat laatste
geval heb je uiteraard geen bedekking en het is ook niet bekend aan welke kant
de planetoïde de ster passeert
Verder kan de planetoïde iets op de berekende baan voorlopen of achterlopen. Dat
betekent dat de bedekking iets eerder of iets later plaatsvindt dan vooraf
berekend is uit de dan bekende baangegevens.
De grootste
planetoïde Ceres,
gefotografeerd
door het
ruimtevaartuig
Dawn in 2015
(opname
NASA/JPL-Caltech)
De banen van de Planetoïden.
Verreweg de meeste planetoïden lopen in een baan om de Zon tussen de
planeten Mars en Jupiter in. Ze worden als groep aangeduid als Hoofdgordel
(Engels: Main Belt) Planetoïden.
Op het moment dat ze het dichtste bij de Aarde staan, is hun afstand nog zo'n
300 miljoen kilometer.
De Trojanen is een andere groep, deze lopen in dezelfde baan als een planeet,
maar dan zo’n 60 graden ervoor of erachter. Vooral bij Jupiter is dat het geval.
Een kleiner aantal hebben banen welke tot ver binnen de Aardbaan komen.
Regelmatig naderen deze planetoïden, die we ook wel NEO's noemen (Near
Earth Objects), de Aarde zeer dicht, en heel soms botst er één op de Aarde.
Er zijn nu ruim 1.000.000 planetoïden ontdekt. Van de grotere is de baan om de
Zon wel redelijk goed bekend. Van de kleinere, en dat zijn de meeste, is de baan
vaak niet zo nauwkeurig bekend.
Het meten van de positie.
Planetoïden bewegen, net als de planeten, schijnbaar langzaam tussen de
sterren door. Sterren staan bijna oneindig ver weg, dus we zien de planetoïden
altijd op de voorgrond van de sterrenhemel.
Het is mogelijk rechtstreeks de positie van een planetoïde ten opzichte van de
sterren te meten. Dat gebeurd door met een telescoop opnamen te maken van
planetoïden met het omliggende sterrenveld.
Het is echter niet mogelijk om de planetoïde positie nauwkeuriger dan op enkele
tienden van een boogseconde te meten. Op een afstand van 300 miljoen
kilometer is dat al gauw een kleine 500 km. Er is echter een manier waarop veel
nauwkeuriger kan worden gemeten.
Wat zij planetoïden?
Planetoïden zijn kleine planeetjes, of misschien beter gezegd, grote
rotsblokken welke om de Zon draaien. De grootste is Ceres, en die heeft een
diameter van 900 km. Een ondergrens in grootte is er eigenlijk niet, de
kleinste zijn slechts enkele meters. De grootste en daarmee helderste
planetoïden zijn net met een verrekijker te zien. Kleine planetoïden zijn
natuurlijk veel moeilijker te zien, omdat ze ook veel zwakker zijn. Je hebt dan
wel een telescoop nodig. De aller kleinste zijn alleen zichtbaar als ze vlak bij
de aarde komen, en dan alleen nog met een telescoop.
Sterbedekkingen door Planetoïden.
Van de negen waarnemers zien de drie die vanuit Japan waarnemen geen
bedekking plaatsvinden; ze zitten kennelijk buiten het schaduwpad. De overige
waarnemers uit Rusland (1) Nederland (3), België (1) en Frankrijk (1) zien alle
een bedekking optreden, waarbij waarnemer 10 door bewolking alleen het einde
van de bedekking ziet.
Op de figuur zijn de herleide bedekkings koorden te zien van alle waarnemers.
Van Thisbe zijn al eerder waarnemingen gedaan, en samen met beschikbare
fotometrische helderheidscurven is daarvan een 3D model gemaakt. Te zien is dat
de nieuwe waarnemingen van deze bedekking redelijk goed passen op het
bestaande model; het model behoeft slechts een beetje aangepast te worden.
Hier is de bedekkings curve te zien, zoals die is opgenomen door een
Nederlandse waarnemer. Op de horizontale as staat de tijd, en op de verticale as
de flux waarde.
De gele curve stelt de planetoïde en de bedekte ster voor, de rode curve geeft de
flux van een andere iets heldere referentie ster weer. De afname van de
helderheid is geleidelijk, een aanwijzing dat de ster niet in een keer achter de
planetoïde verdwijnt. Dat wijst op een geleidelijk weglopende planetoïde rand.
De gemeten helderheids afname is 0,46 magnitude en de duur van de bedekking
is 14 seconden.
Planetoïde (88) Thisbe:
De planetoïde (88) Thisbe gaat op 13 januari 2016, om enkele minuten voor 10
uur ‘s avonds, voor een ster langs met een helderheid van magnitude 12,1. De
van te voren geschatte helderheid van Thisbe zelf is magnitude 11,4, iets
helderder dus als de ster. Dat betekent dat als Thisbe de ster bedekt, de
helderheids afname maar minimaal is.
De mogelijke bedekking wordt door 9 waarnemers waargenomen.
Aeternitas is uiteindelijk door vijf waarnemers waargenomen, namelijk uit de
westelijke VS (1), Groot Britanie (2), Nederland (1) en Oostenrijk (1) en twee
daarvan, uit GB en NL, hebben een daadwerkelijke bedekking gezien.
Uit de posities en tijdwaarnemingen kan de positie van Aeternitas nauwkeurig
bepaald worden. De afmetingen van Aeternitas in de X richting is minimaal 63
km, namelijk de lengte van koorde 4, en maximaal 50 km in de Y-richting,
namelijk de afstand tussen de koorden 2 en 6, waar geen bedekking
plaatsvindt.
Het bedekkingspad van Thisbe omvat de halve wereld. De bedekking begint
in Japan, en eindigt ruim 11 minuten later in de Atlantische Oceaan.
De helderheids curve van de Aeternitas bedekking. Elke punt stelt een meting
voor van 1 frame van de opgenomen video. Omdat de intergratietijd 0,32 s
bedraagt, worden er steeds 8 gelijke frames gemeten (8*0,04=0,32 s). Op de
X-as staat de tijd, en op de Y-as de flux helderheid. Af te leiden is dat de
bedekking 4,8 s heeft geduurd en de helderheids afname tijdens de bedekking
0,8 magnitude bedraagt.
(446) Aeternitas voor, tijdens en na de bedekking. Het linkerdeel is een frame
van de opgenomen video net voordat de sterbedekking begint. De helderheid is
de som van de helderheden van de planetoïde en de ster. In de uitsnede is
Aeternitas te zien tijdens de bedekking, en wie goed kijkt ziet dat de helderheid
iets minder is. Het licht komt nu alleen van de planetoïde, de ster staat erachter
en is niet zichtbaar. Het rechterdeel laat Aeternitas zien ruim 6 minuten na de
bedekking. In de uitsnede een uitvergroting waarin zichtbaar is dat Aeternitas
(aan de rechter zijde) de ster al gepasseerd is.
Tussen de twee blauwe lijnen het ster schaduwpad van de bedekking door
Aeternitas. Het schaduwpad is ongeveer 80 km breed. Dat is groter dan de
doorsnede van de planetoïde, maar dat komt omdat de schaduw niet
loodrecht op het aard oppervlak wordt geprojecteerd. De beide rode lijnen
geven de 1 sigma kans weer op een bedekking. In dit geval is de kans op
een bedekking op de centrale lijn 80%, op de beide rode 1 sigma lijnen is
deze nog ruim 49%.
Enkele voorbeelden van planetoïden bedekkingen.
Planetoïde (446) Aeternitas.
Dit is een voorbeeld van een planetoïde bedekking waarbij de helderheids
afname tijdens de bedekking gering is. Dat komt omdat de helderheid van de
planetoïde maar heel iets minder is als de helderheid van de ster.
Voor donderdag 29 december 2016 is berekend dat de planetoïde (446)
Aeternitas voor de ster 2UCAC 439-34051 langs kan gaan. Aeternitas zou een
diameter hebben van ongeveer 51 km. Op het moment van de bedekking staat
hij op een afstand van 301 miljoen km van de Aarde. De grootte van Aeternitas
gezien vanaf de aarde is 35 miliboogseconden; dat is net zo groot als een Euro
op een afstand van 136 km.
Het schaduwpad loopt over midden en West Europa, en ook over de oostkust
van de Verenigde Staten. Ook midden Nederland ligt onder het voorspelde
schaduwpad. De gehele overgang over de Aarde duurt in dit geval ruim 15
minuten, en gaat van Oost naar West. Waarnemers op verschillende plekken op
Aarde in het schaduwpad zien de bedekking dus ook op verschillende tijden
optreden.
Diverse waarnemers in Duitsland, Nederland, Groot Brittannië en de VS
proberen de bedekking waar te nemen. Helaas is het op veel plaatsen erg
mistig.
Uiteindelijk kunnen vijf waarnemers de mogelijke bedekking waarnemen; de
overige waarnemers zien alleen maar wolken. Van de vijf zien er twee
daadwerkelijk een bedekking optreden, en drie andere waarnemers zien geen
bedekking. De waarneming vanuit Nederland staat hierbij weergegeven.
Voorspelling van het schaduwpad van (446) Aeternitas, gedaan door
Steve Preston.