Waarnemingen
Hier worden alle waarnemingen gedaan door leden van de werkgroep en opmerkelijke
waarnemingen van anderen weergegeven.
9 september 2020.
Op 9 september is vanuit Zeddam een bedekking waargenomen door (1583) Antilochus.
De bedekking, waargenomen op 47 km van de centrale lijn, duurde 7,7 s. De maximale
bedekkingsduur zou 10,6 s zijn geweest indien de waarnemer precies op de centrale lijn
zou hebben gestaan. Het resultaat komt dit keer dus vrij goed overeen met hetgeen
voorspeld is.
23 augustus 2020.
Vanuit Nijmegen is een bedekking waargenomen van de bijna 60 km grote planetoïde
(932) Hooveria. Ook op andere plaatsen is geprobeerd Hooveria waar te nemen, echter
op de meeste plaatsen was het bewolkt. De waargenomen bedekkingstijdstippen
kloppen goed met de voorspelling. De duur van de bedekking was 2,24 s, iets langer
dan voorspeld, maar nog binnen de onzekerheidsmarge.
23 juni 2020.
Vanuit Zeddam wordt een bedekking van 2,6 seconden waargenomen van een ster door
de planetoïde (1211) Bressole. De bedekking is opmerkelijk omdat het berekende
schaduwpad met een breedte van 87 km, over de Duitse stad Koblenz heen zou gaan,
en Zeddam 146 km vanaf de Noordrand van het schaduwpad afligt. Meestal is de
afwijking bij laag genummerde planetoïden kleiner. De korte duur van de bedekking
geeft wel aan dat deze plaats gevonden heeft aan de rand van Bressole. Negen
waarnemers hebben geprobeerd de bedekking waar te nemen, maar bij de overige acht
gaat Bressole (onverwacht) net langs de ster.
De helderheidscurve van de Bressole bedekking. Elk puntje is 1,28 s. Op de horizontale
is staat het framenummer van de video opname, en verticaal de helderheid.
22 april 2020
Vier waarnemers uit Nederland, België, Duitsland en Zwitserland nemen een mogelijke
bedekking door (4840) Otaynang waar. Alleen de waarnemer uit Zeddam ziet een
bedekking optreden van 1,2 s lang. UIt deze waarneming wordt de minimale grootte van
Otaynang op 16 km berekend. De bedekking komt 15 s eerder dan berekend, en ook 80
km buiten het voorspelde schaduwpad.
20 april 2020
De kleine planetoïde (32259) 2000 OT53 zou een ster bedekken, en drie waarnemers
proberen dat waar te nemen. Alleen vanuit Zeddam wordt een bedekking gezien van 1,3
s lang. Hieruit kan berekend worden dat 2000 OT53 minimaal 10 km groot moet zijn.
20 april 2020
Twaalf waarnemers uit heel Europa nemen omstreeks 02:06 UT een mogelijke
bedekking waar door (56) Melete. Vier daarvan zien daadwerkelijk een bedekking
optreden, ondermeer vanuit Zeddam (10,6 s). De waarnemer ziet daar de bedekking 15
s later dan berekend optreden, en ook nog 236 km vanaf de voorspelde centrale
bedekkingslijn. Door de harde wind worden veel waarnemingen bemoeilijkt.
De lichtcurve van Melete (blauw) met een referentiester.
19 april 2020.
De planetoïde (139) Juewa zou om omstreeks 21:06 UT een ster bedekken, welke een
stuk zwakker is dan de planetoïde zelf. Daardoor zou bij een eventuele bedekking de
afzwakking minimaal zijn. Zeven waarnemers uit Nederland, Duitsland en België doen
een waarneming en zes zien een daadwerkelijke bedekking optreden. Vanuit Arcen
wordt een bedekking van 7 s gezien, vanuit Zeddam 5,6 s en vanuit Nijmegen 7,2 s.
Uit de berekening volgt dat de planetoïde minstens 156 km groot moet zijn. De gemeten
helderheidsafname tijdens de bedekking is 0,2 magnitude.
De bedekkingskoorden van de verschillende waarnemers :
1. Eppstein bij Wiesbaden (D), 2. Zeddam, 3. Arcen, 4 Nijmegen, 6. Maastricht, 7.Luik
(B). Puntjeslijn 5 is de berekende centrale lijn.
16 april 2020
Om 22:32:30 UT werd vanuit Nijmegen een bedekking van 1,32 s waargenomen door de
planetoïde (6733) Chrisclark. Tien andere waarnemers verspreid over Europa namen
Crisclark ook waar. Alleen een waarnemer in midden Engeland meende ook een
bedekking te zien, maar hij werd wel gehinderd door lichte bewolking. Toch komt ook
zijn waarneming goed overeen met de waarneming uit Nijmegen. Uit de berekening
blijkt dat deze planetoïde minimaal 19 km (op één as) groot moet zijn.
De bedekkingscurve van Chrisclark
15 januari 2020.
Omstreeks 19:28 uur werd vanuit
Zeddam een bedekking
waargenomen van een magnitude
12,5 ster door (709) Fringilla. De
bedekking duurde 5,2 seconden.
De maximale bedekkingstijd zou
7,4 s zijn geweest en dat betekent
dat de bedekking vanuit Zeddam
niet zo ver van de rand van de
planetoïde was. Dit wordt
bevestigd doordat vanuit
Nijmegen, zo’n 19 km verder van
de bedekkingslijn t.o.v. Zeddam,
geen bedekking werd
waargenomen door de naar
schatting 110 km grote planetoïde.
Vanuit een plaats in de buurt van
Le Grand Pressigne in midden
Frankrijk werd ook een bedekking
waargenomen van 3,9 s, helemaal
op het randje dus.
15 december 2019.
Om 19:53 uur UT was een
bedekking voorspeld van de
magnitude 13,2 ster UCAC4 677-
037611 door de planetoïde (7874)
1991BE.
Het berekende schaduwpad, tussen
de beide blauwe lijnen op de
afbeelding hiernaast, liep hierbij
over Sneek naar beneden richting
Dordrecht.
Vanuit Nijmegen werd echter een
bedekking waargenomen. De
waarschijnlijkheid van een
bedekking in Nijmegen lag op 5%.
Dat betekent dat de baan van
1991BE ruim 60 km in OZO richting
is verschoven.
De bedekking vond wel op het
voorspelde tijdstip plaats, wat aangeeft dat de planetoïde niet ver voor of achter loopt
ten opzichte van zijn berekende positie. Op de grafiek is de bedekking te zien in de gele
lijn. De bedekking duurt bijna drie frames lang, bijna 0,9 seconde. De rode en de groene
lijn zijn referentiesterren (grafiek gemaakt in het programma Tangra)
9 september 2019
Bedekking door (171) Ophelia.
De sterbedekking door de planetoïde (171) Ophelia is op maar liefst drie Nederlandse
waarneem stations waargenomen. Drie waarnemers op de Leidse Sterrenwacht doen de
eerste waarneming van een sterbedekking aldaar. Ze gebruiken daarvoor de pas
gerenoveerde 46 cm Cassegrain Coudé Zunderman telescoop. Ze zien daarbij een
bedekking optreden van 7,68 seconden.
Een waarnemer in Zeddam ziet met een 31 cm Newton telescoop een bedekking van 9,4
seconden. De opgenomen helderheids curve staat hieronder.
Een waarnemer in Nijmegen ziet de langste bedekking optreden van de ster door
Ophelia, maar liefst 10,36 seconden. Dat is langer dan de voorspelde maximale lengte,
en dat betekent dus dat de planetoïde iets groter moet zijn dan eerst is aangenomen.
Deze waarneming is gedaan met een 35 cm SC telescoop
De gele lijn is de helderheid van de bedekte ster met de planetoïde, de rode lijn is een
referentiester. Elk punt is een frame, 0,04 seconden lang. Op de horizontale as staat de
tijd in UT, verticaal de flux (helderheid).
De bedekking treedt negen seconden later op dan berekend, dus dat betekent dat
Ophelia iets achter loopt in zijn baan. Ook is de baan omstreeks 50 km naar het noorden
verschoven.
In de bovenstaande figuur zijn de bedekkings koorden te zien. De waarneming uit
Leiden is koorde 1, uit Zeddam koorde 4 en Nijmegen is koorde 2. De koordes 5 en 6
zijn van waarnemers uit Dourbes en Luik (B). Zij zien geen bedekking; de planetoïde
gaat voor hun net langs de ster.
Uit de waarnemingen is berekend dat de lange as van de planetoïde minimaal 142 km
moet zijn, en de korte as omstreeks 85 km. Opmerkelijk is dat het silhouet niet
overeenkomt met eerdere modellen. Kennelijk is Ophelia niet mooi ovaal.
19 augustus 2019
Bedekking door (754) Malabar.
De planetoïde (754) Malabar zou een ster van magnitude 14,3 bedekken, een
lichtzwakke ster dus. De helderheid van Malabar zelf zou volgens de berekening
magnitude 14,2 bedragen.
Negen waarnemers hebben geprobeerd de bedekking waar te nemen. Voor vier
waarnemers was het bewolkt, één had technische problemen en twee waarnemers
zagen geen bedekking. Twee waarnemers uit Dourbes (België) en Nijmegen zagen een
bedekking van respectivelijk 7 en 6 seconden. Hieronder staat de bedekkingscurve zoals
waargenomen vanuit Nijmegen:
Op de horizontale X-as staat het frame nummer van de video en op de verticale Y-as de
lichtflux.Er zijn 8 frames geïntegreerd, dus elke punt is 8 frames of 0,32 seconden.
Op de grafiek staat de bedekte ster (geel) en twee vergelijkingssterren (rood en groen).
Links een deel van de opname enkel seconden voordat de bedekking begint. Rechts van
de gele streep staan Malabar en de ster, niet van elkaar te scheiden. De gecombineerde
helderheid van Malabar en de ster is magnitude 13,5. De rechter opname is tijdens de
bedekking. Nu is alleen Malabar te zien, de ster is bedekt.
Tenslotte een opname precies 10 minuten na de bedekking met in de uitsnede een
uitvergroting. Malabar heeft hier alweer afstand genomen van de ster, en staat hier
rechtsonder van de ster.
12 juni 2019
Bedekking door (5053) Chladni.
‘s Avonds om 22:20 UT is vanuit Zeddam een
bedekking waargenomen door de planetoïde
(5053) Chladni. Waarnemers in Wijdenes
(Noord Holland) en bij Luik (B) zagen niets.
De bedekking duurde 1 seconde. Hieruit kan
opgemaakt worden dat de baan van Chladni
enkele tientallen kilometers zuidelijker loopt
dan voorspeld, en dat het object een diameter
moet hebben van minimaal 10 km.
In de figuur is het voorspelde schaduwpad
weergegeven tussen de twee blauwe lijnen.
13 mei 2019.
Bedekking door (308) Polyxo.
De bedekking van een 12,9 magnitude ster door (308) Polyxo is door verschillende
waarnemers waargenomen. Negentien waarnemers hadden zich via PlanOccult hiervoor
opgegegeven, maar uiteindelijk vijf hadden een heldere hemel. De bedekking werd
waargenomen vanuit Wijdenes (11,2 s), Zeddam (10,9 s), Maastricht (10,2 s) en Luik
(5,4 s). Voorlopig lijkt het erop dat de werkelijke bedekkings zone enkele tientallen
kilometers zuidelijker lag dan de voorspelling. Het definitieve resultaat volgt nog.
15 april 2019
Bedekking door (4716) Urey vanuit Zeddam waargenomen.
De planetoïde Urey zou op maandagavond 15
april de ster UCAC4 614-031564 van
magnitude 10,6 bedekken. Urey heeft
waarschijnlijk een diameter van 18 km.
Volgens de voorspelling zou de
bedekkingszone het meest waarschijnlijk over
midden en noord Duitsland (Bremen) lopen.
Echter de waarnemer uit Zeddam heeft toch
de telescoop op de bewuste ster gericht, en
zag tot zijn verbazing een sterbedekking
optreden van 0,41 s om 20:59:49,55 UT.
Dat betekent dat de werkelijke baan van Urey
om de Zon een afwijking heeft van 218 km in ZW richting ten opzichte van de
veronderstelde baan.
Hieruit blijkt maar weer dat het altijd de moeite loont ook sterbedekkingen door
planetoïden waar te nemen waarvan het schaduwpad verder weg ligt van de waarnemer.
De banen van de meeste planetoïden zijn nog steeds slecht bekend.
27 februari 2019
Bedekking door (1796) Riga.
De planetoïde Riga zou de ster UCAC4 447-
005458 van magnitude 13,4 kunnen bedekken.
Maar het voorspelde schaduwpad liep slechts een
klein stukje over Noord Nederland, en vooral over
de Noordzee. Verder ging het schaduwpad over
Engeland. Op de kaart is tussen de beide blauwe
lijnen het voorspelde schaduwpad gelegen, en de
groene lijn stelt de centrale lijn voor.
De voorspelde maximum bedekkingstijd is 3,5
seconden.
Vier waarnemers hebben de mogelijke bedekking
kunnen waarnemen, één van uit Zeddam en drie
van uit het zuiden van Engeland.
De waarnemer uit Zeddam, welke 170 km ten
zuiden van de centrale lijn zat, zag uiteindelijk tot zijn verrassing om 19:47:51 UT een
bedekking van 3,5 s optreden, maar de drie waarnemers uit Engeland, welke dichtbij de
centrale lijn zaten, zagen de planetoïde langs de ster gaan.
Omdat de in Zeddam gemeten tijd van 3,5 s gelijk is aan de berekende maximale
bedekkingstijd, mag aangenomen worden dat de centrale lijn over of dichtbij Zeddam
heeft gelegen. Dat betekent dat de werkelijke baan van Riga een flink eind ten zuiden
van de voorspelde baan ligt. Met deze waarneming is de baan van planetoïde weer iets
nauwkeuriger bekend geworden.
Op de bovenstaande grafiek is het helderheids verloop van de bedekte ster te zien, met
in het midden de bedekking.
Bedekking door (334) Chicago:
Omstreeks 20:14 zou de planetoïde Chicago een ster van magnitude 11,8 bedekken.
Maar liefst 35 waarnemers verspreid over heel Europa hebben geprobeerd deze
bedekking waar te nemen. Voor veel waarnemers was de lucht bewolkt, maar 12
waarnemers hadden daar geen of weinig last van. Daarvan hebben er uiteindelijk 9
daadwerkelijk een bedekking zien optreden. De overige 3 waarnemers zaten buiten de
bedekkingszone.
In Nederland is de bedekking waargenomen vanuit Zeddam en Nijmegen, beide ruim 11
seconden lang. Verder is er een bedekking waargenomen vanuit Stracise (13 s) en
Praag (10 s) in Tsjechië, Cottered, ten noorden van Londen (12 s), vanuit Londen zelf (9
s). Ook vanuit Duitsland, vlak over de grens bij Sittard (10 s) , en tenslotte uit Reading
(5 s) en een plaatsje ten noorden van Reading (8 s), beide in de UK.
Inmiddels zijn de eerste resultaten bekend, berekend door E Frappa.
Op de onderstaande afbeelding zijn de verschillende koordes te zien van de waarnemers
welke hun resultaten tot nu toe ingestuurd hebben.
Koorde 2 geeft de voorspelde centrale lijn
weer van de schaduw van de planetoïde op
Aarde.
De overige koordes 1 t/m 10 zijn de
bedekkingslijnen zoals vastgelegd door de
waarnemers, hier rechts weergegeven. De
waarnemers van de koordes 11 en 12
hebben geen bedekking gezien; vanuit hun
waarneem plaats gezien ging Chicago net
langs de ster.
Ook lijkt de baan van Chicago enkele
kilometers zuidelijk van de voorspelde baan
te lopen, nl. het verschil tussen koorde 3 en
het centrum op het snijpunt van de assen.
In de tabel rechts is de “Best Fit” van de
waarnemingen weergegeven. Hieruit blijkt
dat Chiago enigszins ovaal is met een lange
as (grootste doorsnede) van ruim 198 km
en een korte as (kleinste doorsnede) van
151 km. Dit is uiteraard gezien in twee
dimensies.
17 januari 2019
Bedekking door (1723) Klemola:
Omstreeks 19:52 UT is er een mogelijke bedekking van de ster UCAC4 502-011847 door
(1723) Klemola. Vijftien waarnemers uit heel Europa waren van plan deze waar te
nemen, echter bij 13 waarnemers is het bewolkt. Alleen vanuit Zeddam en Nijmegen
lukt het de ster op de juiste tijd te zien. In Zeddam wordt een bedekking gezien van
maar liefst 5,1 seconden, terwijl een maximale bedekkingsduur wordt opgegeven van
3,5 s. Dat betekent dat de
planetoïde in ieder geval in
één richting een diameter
heeft welke de helft groter is
als aangenomen. De
diameters van de meeste
planetoïden zijn niet beter
bekend dan wat afgeleid kan
worden van de helderheid, de
afstand en de aangenomen
hoeveelheid licht wat
gereflecteerd wordt.
Het helderheids verloop van
de ster welke door Klemola
bedekt wordt.
Het voorspelde schaduwpad van Klemola (centrale lijn: lichtgroen, randen: lichtblauw)
en het uit de waarnemingen verschoven werkelijke schaduwpad (centrale lijn:
donkergroen, schaduwpad: donkerblauw). De baan is daarmee ongeveer een halve
diameter verschoven in ZW richting (zie pijl). Aannemende dat het centrum van Klemola
precies over Zeddam getrokken is, en vanuit Nijmegen geen bedekking gezien is, is de
diameter van de planetoïde in NO-ZW richting kleiner dan in de voortbewegingsrichting
(NW-ZO). Dat weten we niet zeker omdat (helaas) langs de NO rand van het
schaduwpad geen waarnemingen zijn binnengekomen.
17 januari 2019.
Vanuit Nijmegen worden op deze avond nog 5 andere mogelijke bedekkingen
waargenomen. Eën daarvan, door de planetoïde (18262) 5125 T-2, wordt ook vanuit
Banham, Norfolk (UK) waargenomen. Bij allen gaat de planetoïde langs de ster.
14 januari 2019
De mogelijke bedekking van de ster UCAC4 627-023891 van magnitude 11,4 door
(138520) 2000 NK14 (magnitude 20,1) omstreeks 23:54 UT werd waargenomen vanuit
Reading (UK) en Nijmegen. Voor beide waarnemers was het een “mis”.
28 december 2018:
Een mogelijke bedekking van TYC 1910-01120 door de planetoïde (2268) Szmytowna
omstreeks 00:10 UT wordt geobserveerd maar niet gezien vanuit Zeddam. Vijf
waarnemers uit Duitsland, Tsjechië en Slowakije willen deze bedekking ook waarnemen,
maar zien een bewolkte hemel.
25 december 2018:
Vanuit Zeddam wordt om 18:40 UT een mogelijke bedekking van UCAC4 616-024234
van magnitude 11,6 door planetoïde 2000 QN119 waargenomen. De bedekking vindt
niet plaats vanuit Zeddam, en ook een waarnemer uit Duitsland, vlak bij Sitard, ziet
geen bedekking optreden.
Ook bij een mogelijke bedekking van UCAC4 738-046105, mag 13,1 door 2000 RQ100
omstreeks 20:50 UT gaat de planetoïde er langs.
12 december 2018:
De bedekking van ster HP16342 van magnitude 8,2 door de komeet 46P/Wirtanen.
Er wordt geen bedekking waargenomen vanuit Nijmegen. Ook een waarnemer uit het
zuiden van Zwitserland meldt geen bedekking. Verder is er in Europa veel bewolking,
zodat er niet meer waarnemers zijn. Op de bovenstaande opname reeks is de passage
van de komeet langs de ster te zien. Tijdens de dichtste passage is de integratietijd 0,04
s om de tijdwaarneming zo nauwkeurig mogelijk te houden, daarbuiten is de
integratietijd 2,56 s. Wel is de komeet op het tijdstip van de voorspelde bedekking de
ster al ruim een halve minuut gepasseerd. Hij loopt dus voor op zijn berekende baan.
19 december 2018:
Vanuit Zeddam wordt planetoïde 2000 US91 waargenomen, welke de ster TYC 2357-
02034 zou kunnen bedekken omstreeks 21:30 UT. Helaas vindt er geen bedekking
plaats. Er zijn geen andere waarnemers.
Ook vanuit Zeddam wordt om 21:41 UT de voorspelde mogelijke bedekking
waargenomen van de ster HIP 19240 door de planetoïde 1998 EZ9. Ook hier gaat de
planetoïde er langs. Er zijn nog 3 andere waarnemers, echter deze kijken allen tegen de
wolken aan.
17 december 2018:
Vanuit Nijmegen wordt de voor 22:17:56 UT voorspelde mogelijke bedekking van de
ster UCAC4 520-45077 door de planetoïde (22924) Deshpande waargenomen.
Deshpande mist echter de ster. Drie andere waarnemers kijken weer tegen de wolken
aan.
De mogelijke bedekking van de ster UCAC4 480-883 door (66) Maya om 21:05:24 UT
wordt vanuit Nijmegen inderdaad waargenomen. De waarschijnlijkheid op een
bedekking werd berekend op 8%, dus dit is wel enigszins een gelukstreffer.
Een waarnemer uit Duitsland vlak over de grens bij Sittard zag geen bedekking, terwijl
hij wel bijna middenin de voorspelde bedekkingszone zat (de groene lijn). De twee
blauwe lijnen geven het voorspelde bedekkingspad met de hoogste kans op een
bedekking weer, de rode lijnen zijn de 1 sigma contouren. Twee waarnemers uit België
hebben teveel last van de bewolking.
De bedekking was wel “precies op tijd”, maar duurde slechts twee seconden. De
maximale bedekkingstijd zou ruim zes seconden bedragen. Dat betekent dat vanuit
Nijmegen gezien alleen het uiterste randje van Maya voor de ster langs ging.
Concluderend zou je kunnen zeggen dat het werkelijke pad van (66) Maya zo’n 30 km
naar het NNW is verschoven.
12 december 2018:
Omstreeks 22:30 UT zou de planetoïde (32195) 2000 NT28 de magnitude 13,6 ster
UCAC4 532-42914 kunnen bedekken. Helaas gaat de planetoïde er langs, gezien vanuit
Nijmegen. Ook voor twee waarnemers uit de UK (Londen en Reading) is het een “mis”.
Voor twee waarnemers uit Duitsland is het bewolkt.
9 december 2018:
De planetoïde (1191) Alfaterna kan omstreeks 23:20 UT een de ster UCAC4 477-026624
van magnitude 13,8 bedekken. Zowel vanuit Nijmegen als vanuit drie plaatsen in de UK
wordt een “mis” genoteerd.